Stroomtransmissiesystemen zijn afhankelijk van draden en kabels met een hoge capaciteit en weinig verlies om een efficiënte transmissie van elektrische energie van energiecentrales naar eindgebruikers te realiseren. Deze draden en kabels moeten een hoge geleidbaarheid, isolatie-eigenschappen en weersbestendigheid bezitten. Ze moeten bestand zijn tegen verschillende barre klimatologische omstandigheden en externe inmenging om de stabiele werking van het elektriciteitsnet te garanderen en een betrouwbare energievoorziening voor de economische en sociale ontwikkeling te bieden.
Draden en kabels spelen een cruciale rol op het gebied van energietransmissie en dienen als essentiële schakel tussen elektriciteitscentrales, onderstations en eindgebruikers, waardoor elektrische energie efficiënt en veilig naar elke hoek wordt geleverd. Hieronder staan de belangrijkste toepassingen van draden en kabels op het gebied van krachtoverbrenging:
Transmissielijnen : Hoogspanningstransmissielijnen maken doorgaans gebruik van bovengrondse of ondergrondse kabels om elektrische energie van elektriciteitscentrales naar afgelegen onderstations te transporteren. Deze kabels zijn bestand tegen hoge spanningen, waardoor het energieverlies tijdens de transmissie wordt verminderd.
Distributienetwerken : Nadat hoogspanningselektriciteit op onderstations is omgezet in laagspanning, gebruiken distributienetwerken draden en kabels om elektrische stroom toe te wijzen aan industriële, commerciële en particuliere gebruikers. Deze kabels worden meestal onder stadsstraten of in gebouwen geïnstalleerd.
Onderzeese kabels : Onderzeese kabels worden gebruikt voor stroomtransmissie tussen eilanden en vastelanden of over nationale grenzen heen en zijn bestand tegen zware maritieme omstandigheden, waardoor een stabiele toevoer van elektrische energie wordt gegarandeerd.
Gelijkstroomtransmissie : Voor stroomtransmissie over lange afstanden of onderzeeërs hebben gelijkstroomkabels de voorkeur vanwege hun lagere transmissieverliezen. Ze worden vaak gebruikt om netwerken van verschillende landen met elkaar te verbinden of om stroom te leveren aan afgelegen gebieden.
Supergeleidende kabels : Bij extreem lage temperaturen kunnen supergeleidende kabels elektriciteit zonder verlies transporteren. Hoewel ze momenteel duur zijn en complexe koelsystemen vereisen, vertegenwoordigen ze een belangrijke richting voor toekomstige technologieën voor energietransmissie.
Flexibele transmissiesystemen : Door gebruik te maken van speciale flexibele kabels kunnen deze systemen snel stroom leveren in scenario's die frequente verplaatsingen of tijdelijke stroom vereisen, zoals grootschalige evenementen, bouwplaatsen of noodhulpacties.
Slimme netwerken : Met de ontwikkeling van slimme netwerken transporteren draden en kabels niet alleen elektrische energie, maar ook datatransmissiefuncties, waardoor realtime monitoring en beheer van het elektriciteitsnet mogelijk wordt, waardoor de betrouwbaarheid en efficiëntie ervan wordt vergroot.
Het ontwerp en de productie van draden en kabels moeten voldoen aan strenge normen en specificaties om hun prestaties en veiligheid onder verschillende omgevingsomstandigheden te garanderen. Met de vooruitgang in de materiaalwetenschap en -technologie zullen toekomstige draden en kabels efficiënter, milieuvriendelijker en intelligenter worden.











